IN HET MELKACHTIGE BEGIN
Elke cultuur kent een oerverhaal, een fluistering over hoe de wereld tot stand kwam. Zo ook de Baltische volkeren, wier mythen golven van zee, hout en sterren samensmeden tot een kosmisch tafereel. In een melkachtige diepte, in de stilte vóór de woorden, ontkiemt het zaad van een levend universum.
Dievas & Velnias: het zaad van de wereld
In het begin roeiden twee broers door een witte zee zo dik als melk. Dievas, de oudere, liet stilletjes aarde in het water dwarrelen. Waar het land raakte, begon iets te groeien. Velnias, de jongere, stroef en onstuimig, greep die aarde beet en trok er bergen en dalen uit omhoog, als rimpels in een reusachtig laken.
Tussen hun slagen door rees een boom op uit de pasgeboren bodem. Zijn wortels strekten zich in de diepte, zijn kruin droeg sterren en maan. Dievas zegende het blad en de bast; Velnias bromde, maar kon niet verbergen dat ook hij onder de indruk was. Zo ontstond de wereld: één stam die hemel en onderwereld verbindt en alle levenssappen doorgeeft.
Symbolische lading
De twee broers vertegenwoordigen polariteiten: hemel en onderwereld, orde en chaos, licht en duister. Toch ontspringt de schepping niet aan hun strijd, maar aan hun samenwerking, hoe gespannen ook. De wereldboom is een oerbeeld van die verbondenheid: wat wortel schiet in de grond, reikt op mysterieuze wijze tot de hemel.
Culturele inspiratie
Baltische volkeren dragen deze kosmische eenheid in hun muziek en rituelen. In de Litouwse sutartinės - meerstemmige gezangen - worden Dievas en Velnias bezongen als tegendelen die samen één verhaal vormen. In Letse zonnewendevieringen staat een versierde boomstam centraal, als drager van licht en vuur in de langste nacht.
Moderne weerklank
In hedendaagse herwilderingsprojecten klinkt de echo van de wereldboom: nieuwe bossen planten is niet louter ecologisch, maar bijna een sacraal gebaar. Het is het herstel van een oerverbond tussen mens en natuur. Wie een boom plant, herhaalt als het ware Dievas' scheppende gebaar en buigt Velnias' ruwe kracht om tot vruchtbaarheid.
Zo werd de grond gelegd voor een wereld van verhalen, waar zee en land elkaar beminnen en bestrijden. Maar diep in het water wachtte een andere legende, even teder als tragisch.
Eglė, koningin der slangen
Aan de kust zat Eglė, een jong meisje dat haar voeten liet strelen door de branding. Uit de golven kronkelde een zeeslang naar haar toe. Anders dan men vrezen zou, was hij niet enkel grimmig maar ook gracieus. Hij sprak tot haar met een stem die als schuim in haar oren klonk. Verbaasd, gefascineerd, volgde ze hem naar een glinsterend paleis onder de zee.
Daar bloeide liefde - een stille, onwaarschijnlijke verbintenis tussen mens en slang. Maar Eglės broers wantrouwden dit huwelijk van natuur en mens. Ze renden het strand op en lokten de slang aan land. Met harde harten en scherpe zwaarden hakten ze hem in stukken.
Eglė, verslagen van verdriet, riep haar kinderen tot zich. Hun lichamen verstarden en veranderden in bomen: eik, es, berk en esp. Zo staan ze langs de oever, waar het water sindsdien een rouwklacht fluistert.
Symbolische lading
In deze legende versmelten liefde en verraad tot een diepe natuurmetafoor. De slang staat voor het mysterieuze, het ongeziene deel van de schepping dat we te vaak met angst bejegenen. De metamorfose van mens tot boom symboliseert hoe zo'n verraad tegen de natuur onherroepelijk op onszelf terugslaat: wie de verbinding afsnijdt, versteent.
Culturele inspiratie
Litouwse balletten en volksverhalen zingen Eglės tragische lied, en in Druskininkai staan houten beelden die haar en haar kinderen eren. In schoolliederen wordt haar verhaal van liefde en verlies doorgegeven aan nieuwe generaties, als een herinnering aan de kracht én de kwetsbaarheid van alle relaties die we aangaan.
Moderne weerklank
Voor Baltische ecofeministische bewegingen is Eglė een geliefd symbool: de vrouw die de natuur liefheeft, maar wiens band met het ongetemde leven abrupt wordt doorgesneden door menselijke angst en agressie. De aansporing is duidelijk: als we de ‘slang' (de wilde, ongetemde natuur) doden, maken we onszelf tot versteende getuigen van ons eigen gemis.
De zee kan wreed of wonderschoon zijn, maar ze is geen wraakzuchtige vloed. De Baltische wateren stromen eerder als een traan door het landschap, een toespeling op verloren eenheid en hoop.
Sluwe dieren & kleine duivels
In koude winternachten klonk het gegrinnik van vos en haas door de dorpen. De vos probeerde de haas te slim af te zijn, de haas verschalkte de vos op zijn beurt met listige streken. Steeds wisten ze elkaar in verhalen te betrappen, als een spel dat de lange duisternis draaglijk maakte.
Tegelijk fluisterden mensen onder hun wollen dekens de naam "Perkūnas," en dan dook Velnias, de kleine duivel, weg in zijn eigen schaduwen. Lachen en spot dienden als schild: de grillen van natuur en onderwereld kregen zo een menselijk gelaat. De dorpsvertellingen hielden het kwaad op afstand door het met humor te bezweren.
Symbolische lading
Dierenfabels en de figuur van Velnias staan voor de onafgebroken dialoog tussen mens en het bovennatuurlijke. Door dieren te personifiëren, erkent men hun sluwheid en hun kwetsbaarheid - een spiegel voor onze eigen gebreken en talenten. Het demonenmotief maakt het mysterieuze hanteerbaar: wie lacht, neemt het heft in eigen handen.
Moderne weerklank
In de straten van Vilnius tekenen cartoonisten Velnias nog geregeld als een klunzige politicus of inhalige zakenman: een eigentijdse versie van spot die machthebbers relativeert. Humor blijft een krachtig medicijn tegen de verlamming van angst. De oude wintervertellingen leven voort, nu in satirische columns en krantenstrookjes.
Zo beschrijven de Baltische mythen geen grote vloed die de wereld overspoelt, maar veeleer een traan van goddelijke oorsprong die meren vormt in het landschap. In die weerspiegeling - tussen hemel en water - klinkt nog steeds het verhaal van goden, mensen en bomen die de sterren raken.
EEN WERELD VAN KRACHTEN EN RITUELEN
De Baltische mythologie is als een weefsel van wortels en wind, goden en mensen, oud en nieuw. Waar de verhalen over Dievas en Velnias de schepping beschrijven, voeden tal van andere godheden en gebruiken de ziel van het dagelijkse leven. Elke nieuwe god of godin opent een ander venster op de kosmos, en via liederen, feesten en verhalen ontstaat een symfonie die de Balten tot op de dag van vandaag begeleidt.
Perkūnas: vlammen in de wolken
Het is avond, en over de horizon kruipen donkere wolken bijeen. De lucht trilt, de vogels verstommen. Dan barst er boven de heuvels een knetterende lichtflits los, gevolgd door een donderslag als een hemels kanonschot. Dit is het domein van Perkūnas, de dondergod, die - volgens vele Baltische verhalen - met zijn vurige strijdwagen over de wolken jaagt. Waar hij zijn bijl of hamer neergooit, splijten bomen of breken stenen, en toch voelt men diep vanbinnen ook een dankbare huiver: want Perkūnas zuivert de lucht en brengt regen voor een droge aarde.
Symbolische lading
Perkūnas verenigt vernietiging en levenschenkende energie in één wezen. Donderslag en bliksem beangstigen, maar maken de lucht ook klaar voor nieuw leven. In de Baltische mythen vertegenwoordigt hij de moraal en de rechtvaardigheid: hij straft leugen en onrecht, maar wekt ook vruchtbaarheid. Zo staat hij symbool voor die kant van de natuur (en de mens) die harde waarheden niet schuwt, maar ze inzet voor groei.
Culturele inspiratie
Oude Letse en Litouwse liederen schilderen Perkūnas als een woeste, maar rechtvaardige vaderfiguur. In sommige volksverhalen strijdt hij tegen Velnias of duistere krachten. In houtsnijkunst en amuletten zie je vaak bliksemtekenen: zigzaggende lijnen die de kracht en tegenwoordigheid van Perkūnas oproepen.
Moderne weerklank
Hoewel donderslagen in onze tijd meteorologisch verklaard worden, blijft Perkūnas als archetype levend. Tijdens zomeronweersbuien vertellen grootouders nog verhalen die kinderen nieuwsgierig én een tikje bang maken. Ook wie niet meer religieus is, voelt de oerkracht van onweer - en herkent misschien iets van de roep tot rechtvaardigheid en ontzag voor de natuurkrachten.
Saule: de stralende zonmoeder
Wanneer de dageraad bloost boven uitgestrekte velden, zeggen de Letten en Litouwers: "Saule ontwaakt." Zij is de zon, maar niet louter een brandende bol - ze is de moeder die licht en warmte schenkt. In sommige mythen rijdt ze elke dag in een gouden wagen langs de hemel, en ‘s avonds zakt ze in een zilveren boot om de nachtzee te doorkruisen. Aan haar stralen danken de gewassen hun groei, en men eert haar in liederen die bij zonsopgang klinken als ochtendgebed.
Symbolische lading
Saule verbeeldt het vrouwelijke principe van levensbron en troost. Haar licht is niet alleen fysiek, maar ook spiritueel: ze staat voor hoop, voor genezing en voor de innerlijke warmte die mensen aanzet tot mededogen. In de cyclus van opkomen en ondergaan ligt het mysterie van sterven en herrijzen - een ritme dat de hele schepping doortrekt.
Culturele inspiratie
In Letland viert men Jāņi (de midzomernacht), waarbij men de zon in kransen van eikenblad begroet. In Litouwen kennen we Rasos (of Joninės), een feest van vuur, kruiden en zingende meisjes bij het ochtendlicht. Al deze rituelen leggen een brug tussen de oude verering van Saule en het verlangen van moderne mensen naar verbinding met de natuur.
Moderne weerklank
Zomerfeesten zijn niet slechts folklore; ze worden herontdekt door mensen die even willen ontsnappen aan schermen en stadslawaai. In de zang, de dans en het vlechten van zonnekronen gloort opnieuw Saule's energie. Ook ecologische bewegingen omarmen de "power of the sun" als metafoor voor duurzame energie en hernieuwde aandacht voor de ritmes van de aarde.
Žemyna: de adem van de aarde
Als men in Litouwen de grond kust of zelfs maar met eerbied aanraakt, roepen sommigen zachtjes "Žemyna." Zij is de aardgodin, de vruchtbare schoot waarin zaden ontkiemen. In voorchristelijke tijden bracht men haar offers van graan en melk. Haar aanwezigheid voelt men in de geur van vers omgeploegde aarde, in de zachtheid van mos en het knisperen van herfstbladeren.
Symbolische lading
Žemyna staat voor de bron van al het leven dat uit de grond omhoog komt. Ze is moederlijk en geduldig, maar vraagt ook respect: wie de aarde uitput, breekt iets in zichzelf. In de Baltische mythologie is de relatie met de aarde geen abstracte zaak, maar een familieband - ze draagt en voedt, en wij hebben zorg voor haar.
Culturele inspiratie
In volksverhalen helpt Žemyna moeders en jonge vrouwen. Men noemt haar soms "Oude Grootmoeder" als teken van eerbied. Haar naam klinkt door in gebeden voor een goede oogst of gezondheid, en in amuletten gemaakt van klei en hout, die verwijzen naar de grondstof waaruit alles voortkomt.
Moderne weerklank
Vandaag duikt Žemyna op in discussies over agrarische hervormingen en ecologisch boeren. Haar figuur inspireert boerencollectieven en milieugroepen die herinneren aan de heilige relatie tussen mens en bodem. "Bodemvruchtbaarheid" is niet alleen een chemische term, maar ook een spiritueel gegeven: ben je dankbaar voor wat de aarde je schenkt?
Heidense rituelen en syncretisme
De rook van kruiden vervlecht zich met gebed, en over het knetterende vreugdevuur hangt een geheimzinnige luister.
Eeuwenlang vierden de Balten de wisseling der seizoenen, de kortste nacht en de langste dag, geboorten en begrafenissen. Men danste om een eikenstam, gooide bloemenkransen in rivieren, en zong liederen die tegelijk eenvoudig en diepzinnig waren. Toen het christendom zijn intrede deed, vloeiden vele gebruiken samen: in plaats van de zon werd de heilige Johannes vereerd; in de kerstperiode klonken oude melodieën die nu Christus' geboorte vierden.
Zo ontstond een boeiende samensmelting-heilig water én kruiden, processies langs kerken én oude offerstenen in het bos. De verhalen van Perkūnas en Saule werden niet zomaar uitgewist, maar ingebed in lokale volksdevotie.
Volksliederen, dansen en orale overlevering
Mensen die Baltische volksmuziek beluisteren, worden vaak getroffen door een zekere weemoed en kracht. Litouwse sutartinės (meerstemmige gezangen) hebben een hypnotisch, repetitief karakter, alsof de stemmen rond de luisteraar cirkelen. In Letse dainas (korte, vierregelige liederen) echoot de dagelijkse emotie van liefde, rouw, vreugde, en seizoenswisselingen.
Deze liederen vormen de ruggengraat van de orale traditie: van generatie op generatie overgedragen zonder veel opsmuk, maar met diep respect voor de natuur en de kosmos. Dansen zijn vaak cirkelvormig en symboliseren de kringloop van zon en maan, zaaien en oogsten, leven en dood.
Regionale verscheidenheid
Litouwen en Letland delen veel mythische beelden, maar elke streek heeft weer andere accenten. In Samogitië (West-Litouwen) duikt Velnias vaker op als een bedrieglijk charmeur, terwijl in Letse folklore Perkūnas soms de dappere minnaar is van Saule. Bij de oude Pruisische stammen (ten zuidwesten van de huidige Baltische staten) leefden weer andere goden en geesten voort, die nu slechts in fragmenten zijn overgeleverd.
De Baltische wereld was nooit één strak omlijnd rijk, maar eerder een lappendeken van talen, dialecten en culturen. Dat maakt de mythologie rijk en gelaagd: hetzelfde goddelijke kan in verschillende dorpen andere namen en rituelen kennen.
De ontmoeting met het christendom
"In den beginne" was de Baltische wereld heidens - maar geen woeste leegte van bijgeloof, eerder een verfijnde natuurreligie met een diep respect voor boom en bron.
Toen christelijke ridders en missionarissen de regio binnenkwamen (de Noordelijke Kruistochten in de 13e en 14e eeuw), ontstond een mengvorm. Kerken werden opgeworpen naast heilige eiken, lokale beschermheiligen vervingen deels de oude goden, en christelijke feesten vielen samen met de oude solstice-rituelen.
Deze syncretische smeltkroes leverde soms conflicten op - er was onderdrukking en gedwongen bekering - maar ook nieuwe culturele bloei. Tot op de dag van vandaag leven de Baltische landen in een spanningsveld tussen katholieke of lutherse tradities en hun heidense wortels. Velen ervaren deze tweesporigheid niet als tegenstrijdig, maar als een verrijking van hun identiteit.
EEN AANSPORING TOT VERDIEPING
De Baltische mythologie kent talloze vertakkingen: van vuurrituelen en woudgeesten tot waternimfen en heldenverhalen. In elk lied en elke legende weerklinkt hetzelfde verlangen: een levende band met de natuur, en een besef dat mens en wereld samen een groot geheim delen.
Deze extra aspecten-Perkūnas, Saule, Žemyna, de vreugdevuren en de meerstemmige liederen, de regionale verschillen en het samengaan met het christendom-tonen dat er veel meer is dan de mythen van Dievas en Velnias of het tragische verhaal van Eglė. Wie dieper graaft, vindt een schat aan verhalen, gebruiken en poëzie die tot op de dag van vandaag de cultuur en identiteit van de Balten kleurt.